Oostenrijker
Nederlandsk
Etymologi
Oostenrijk + -er
Udtale
Substantiv
Oostenrijker hankøn
Bøjning
Best. Ental de Oostenrijker |
Ental diminutiv Oostenrijkertje |
Flertal Oostenrijkers |
Flertal diminutiv Oostenrijkertjes |
Kilder
- „Oostenrijker“ i vanDale woordenboek