achterzak
Nederlandsk
Etymologi
Substantiv
achterzak hankøn
Bøjning
Best. Ental de achterzak |
Ental diminutiv achterzakje |
Flertal achterzakken |
Flertal diminutiv achterzakjes |
Kilder
- „achterzak“ i vanDale woordenboek
achterzak hankøn
Best. Ental de achterzak |
Ental diminutiv achterzakje |
Flertal achterzakken |
Flertal diminutiv achterzakjes |