begraafplaats
Nederlandsk
Etymologi
begraven (“begrave”) + plaats (“plads”)
Udtale
Substantiv
begraafplaats hunkøn(hankøn)
Bøjning
Best. Ental de begraafplaats |
Ental diminutiv begraafplaatsje |
Flertal begraafplaatsen |
Flertal diminutiv begraafplaatsjes |
Synonymer
Kilder
- „begraafplaats“ i vanDale woordenboek