buikpijn
Nederlandsk
Etymologi
Substantiv
buikpijn
Bøjning
Best. Ental de buikpijn |
Ental diminutiv buikpijntje |
Flertal buikpijnen |
Flertal diminutiv buikpijntjes |
buikpijn
Best. Ental de buikpijn |
Ental diminutiv buikpijntje |
Flertal buikpijnen |
Flertal diminutiv buikpijntjes |