schrikkeljaar
Nederlandsk
Substantiv
schrikkeljaar hunkøn
Bøjning
Best. Ental het schrikkeljaar |
Ental diminutiv schrikkeljaartje |
Flertal schrikkeljaren |
Flertal diminutiv schrikkeljaartjes |
schrikkeljaar hunkøn
Best. Ental het schrikkeljaar |
Ental diminutiv schrikkeljaartje |
Flertal schrikkeljaren |
Flertal diminutiv schrikkeljaartjes |