voorschot
Nederlandsk
Substantiv
voorschot intetkøn
- forskud
- Kun je me een voorschot geven?
- Kan du give mig et forskud?
- Kun je me een voorschot geven?
Bøjning
Best. Ental het voorschot |
Ental diminutiv voorschotje |
Flertal voorschotten |
Flertal diminutiv voorschotjes |