zwartkoprietzanger
Nederlandsk
Etymologi
zwart + kop + rietzanger
Substantiv
zwartkoprietzanger
Bøjning
Best. Ental de zwartkoprietzanger |
Ental diminutiv zwartkoprietzangertje |
Flertal zwartkoprietzangers |
Flertal diminutiv zwartkoprietzangertjes |