Nederlandsk

Udtale

Verbum

schrijven

  1. skrive

Bøjning

Lang tillægsform schrijvend
Førnutid hebben geschreven
Bydemåde schrijf(t)
ik jij/je, u hij, zij/ze, het wij/we, jullie, zij/ze
Nutid schrijf schrijft schrijft schrijven
Datid schreef schreef schreef schreven

Beslægtede ord og fraser

Kilder