smaken
Nederlandsk
Udtale
Substantiv
smaken
- Flertalsform af smaak.
Verbum
smaken
- at smage
- Mmm, dat smaakt goed!
- Mmm, det smager godt!
- Mmm, dat smaakt goed!
Bøjning
Lang tillægsform | smakend | |||
Førnutid | hebben gesmaak | |||
Bydemåde | smaak(t) | |||
ik | jij/je, u | hij, zij/ze, het | wij/we, jullie, zij/ze | |
Nutid | smaak | smaakt | smaakt | smaken |
---|---|---|---|---|
Datid | smaakte | smaakte | smaakte | smaakten |
Kilder
- „smaken“ i vanDale woordenboek